Slechte boeken
‘Jonge gnoe’s worden overdag of ’s nachts geboren,’ lees ik in een boek voor kinderen van 7-9 jaar. Goh. Wat een waardevolle informatie.
‘Er zijn vrouwtjes en mannetjes.’ Nog zo’n wijsheid die ik veel te vaak tegenkom in non-fictie over haaien, olifanten, panda’s en zee-egels. Waarom worden zulke dingen opgeschreven?
Vandaag werkte ik een flinke stapel non-fictie door. Ik kwam een boek tegen dat aan zevenjarigen uitlegt wat herfst is – dan vallen alle blaadjes van de bomen en kun je een lekkere dikke sjaal om. Als een Nederlands kind van zeven dat nog niet weet, is de kans klein dat het dit boek wel kan lezen.
De waarde van informatie wordt niet afgewogen door sommige uitgevers, lijkt het. Er bestaan boeken waar geen boeken over zouden moeten zijn.
Er is een serie getiteld ‘Ik schrijf…’ met daarin uitleg over het schrijven van een mailtje en – ik verzin dit niet – een dagboek. Is het geen mishandeling om je kind te laten studeren op de juiste manier van het schrijven in een dagboek? Is het geen mishandeling als je kind in een boek – dat het al zelf kan lezen – voor het eerst kennismaakt met kastanjes en vallende blaadjes?
Ik kwam ook een boek tegen waarvan de halve flaptekst in het Engels was – er was een stukje vergeten door de vertaler, denk ik. De rest van het boek was doorschijnend Nederlands. Dat is wel Nederlands, maar door de zinnen heen kan je het Engels nog zien.
Sommige boeken lijken regelrecht met Google translate vertaald. Of door een stagiair met een woordenboek. ‘Haar talent om wetenschap leuk te maken, gecombineerd met alle bijzondere vragen van kinderen, heeft geleid tot enkele internationale bestsellers.’ Met zo’n getalenteerde schrijfster, heb je blijkbaar geen getalenteerde vertaler meer nodig.
Ik ben dol op boeken en toch zijn er een heleboel exemplaren waarvan ik vind dat ze niet gedrukt hadden moeten worden. Die ik niet langer dan een halve minuut doorblader en dan op de nee-stapel (‘nee, niet op Leesplein zetten’) leg. Toch halen slechte boeken soms wel de ja-stapel. Als het onderwerp zeldzaam is of de inhoud waarde heeft.
Een boek over struisvogels dat ook niet denderend vertaald is, een broertje van het gnoe-boek met de loze informatie, staat wel op Leesplein. Want weet je, een struisvogel heeft ogen zo groot als een hockeybal! Hij neemt soms een stofbad. En hij eet stenen, dan kan hij het gras beter doorslikken. Zijn hap laat hij gerust een tijdje halverwege zijn keel zitten (dat ziet er gek uit), om het later pas door te slikken. Dat wist je niet hè? Ik ook niet, maar nu wel. En daar zijn boeken voor.
Want als je iets wilt weten, is een slecht boek soms toch beter dan geen boek. Soms. Om te leren wat herfst is, kun je beter naar buiten gaan. En in dagboeken mag je schrijven hoe en wat je zelf wilt. Heus waar.