Onmisbare vergissing
Het was een opluchting, toen ik twintig was. Mijn besluit dat het niet zoveel uitmaakte wat ik deed. Stoppen met mijn studie, aanklooien met een ongeschikt vriendje, lang op reis gaan, die baan aannemen of niet. Ik liet los. Alle mogelijke fouten zouden in de loop van mijn leven nog wel te herstellen zijn. Het was heerlijk en ik genoot ervan. En ik herstelde het inderdaad, want het lukte niet helemaal. Heel cliché zeggen mensen achteraf over hun fouten: ‘Het heeft me gemaakt tot wie ik ben.’ En clichés zijn vaak waar, en dat is ook weer een cliché.
Een jaar of drie werkte ik voor minimumloon enkele dagen in de plaatselijke boekwinkel. Mijn diploma en allerhande dromen en ambities verstoften. Eigenlijk deed ik vrij weinig. Wat vrijwilligerswerk hier en daar, beetje uitslapen, lekker veel lezen. Het was een cruciale tijd. Net als die verdomde pabo en de jaren voor klassen die ik meestal nauwelijks onder controle had. Niet wat ik wilde, niet wat bij me past. Een onmisbare vergissing.
In de lokale politiek leer ik dat elk kleine ding telt. Ik ben van de grote lijnen en ook van grote-stappen-gauw-thuis. Het is fijn om te leren dat kleine stapjes leiden naar iets groters, misschien iets dat je met grote stappen niet bereikt had. De politiek in gaan was geen voornemen, ik vond het gewoon leuk en toen liep het zo. De meeste keuzes in het leven zijn zijsporen van het Grote Plan. Als je dat al hebt. Zijpaadjes die je per ongeluk neemt en de mooiste omweg kunnen zijn. Lang leve zijpaadjes. Die leiden vaak toch ook naar Rome.